De commerciële aantrekkingskracht van de Margaretasquare is al bij de eerste constructies duidelijk. De winkels bevinden zich vooral in het hogere gedeelte van de square, vanaf de Van Campenhoutstraat en de Correggiostraat.
Op de Margaretasquare is er voor elk wat wils: een drogisterij, een zuivelwinkel, een banketbakkerij, kleermakers en naaisters, een garen-en-band-, kousen- en lingeriewinkel,eenslagerszaak die ook vis verkoopt, een voedingswinkel met specialiteiten uit de kolonies, een kruidenier/traiteurzaak… Men kan er terecht voor wijn, bier, alcohol, tabak, kranten en papierwaren, zaden, bloemen, huishoud-en loodgieterij-artikelen, radiotoestellen, luchters en zelfs glas-in-loodramen. Er is een pruikenfabrikant en er zijn meerdere kappers, een horlogemaker-juwelier en tenslotte, maar niet onbelangrijk – een bollewinkel, één van de mooiste herinneringen van de kinderen uit de buurt. En wat je hier op de square niet vindt, kan je zeker in de omliggende straten kopen.
Om de handel rond de square te ondersteunen begint de stad in 1901 voetpaden aan te leggen op de vaak modderige berm die de square doorkruist. Het is pas in 1905 dat men grind zal uitstrooien omdat de bewoners “de drooglegging van de polder van de Margaretasquare” zullen opgeëist hebben.
Het gratis lokaal krantje, Le Nord-Est (later La Gazette du Nord-Est) adverteert van 1899 tot 1929 voor de lokale handelaars.
Vele jaren later, omstreeks 1977, zal het krantje herboren worden als Infor-Quartier, dit op initiatief van de Jeunes en Route (scouts). Het krantje bestaat vandaag nog steeds, als spreekbuis voor de GAQ (het Buurtcomité van de [Europese] Wijk).