Théophile de Jamblinne de Meux, hoofdingenieur van de Stad Brussel, start in 1870 met het ontwerp van een wijkplan en denkt daarbij ook na over een ideale indeling: een as doorkruist de wijk vanaf de Kortenberglaan tot aan de Kunstlaan en de schuin aanlopende straten sluiten erop aan. Helemaal bovenaan, vlakbij de Kortenberglaan, wil hij een kerk inplanten. Dit project vergt een paar ingrijpende interventies zoals de gedeeltelijke drooglegging van de enorme Hoeivijver (waar thans alleen de vijver van de Maria-Louizasquare van overblijft) en de omleiding of de heraanleg van de spoorweglijn onder de blote hemel.
« En 1870, il [Théophile Jamblinne de Meux] présenta un plan de transformation du quartier N.-E. se caractérisant par une série de rues en chevron se greffant sur une grande artère dite grand axe du quartier, qui coupait les deux versants de la vallée du Maelbeek depuis l’Orphelinat de l’avenue de Cortenberg, à l’E., jusqu’à l’Avenue des Arts à l’O., et sur le parcours duquel différents emplacements étaient réservés pour l’édification des monuments ou l’aménagement de squares à étudier ultérieurement. Le grand avantage de la combinaison vicinale présentée ainsi par l’ingénieur Baron de Jamblinne consistait à créer des communications faciles, d’une part entre le fond et les deux versants vers le haut de la vallée, et d’autre part entre la rue de la Loi et la chaussée de Louvain, par un ensemble de rues, toutes à pente douce. Ce plan, publié à un grand nombre d’exemplaires par le Collège échevinal, fut soumis à l’appréciation du public qui fut invité à proposer des améliorations, s’il y avait lieu (…).”
Bruxelles Cinquantenaire Extensions, 1er août 1926 (Archives de la Ville de Bruxelles).
In 1875 zal architect Gédéon Bordiau het project overnemen en uitvoeren, mits een paar kleine wijzigingen, meer bepaald de verplaatsing van de kerk naar de Margaretasquare.
Maar het is wel degelijk Théophile de Jamblinne de Meux, vanaf 1902 woonachtig in de Archimedesstraat 101, die door de buurtbewoners beschouwd wordt als de vader van de Noord-Oostwijk. Door zijn uitgesproken menselijke kwaliteiten wordt hij na zijn overlijden in 1912 door velen in het hart gedragen.
Het de Jamblinne de Meuxplein houdt zijn herinnering levend.